De stabiliteit van het SI gewricht wordt gevormd door het “Zelf Sluitende Mechanisme” om schuifkracht te voorkomen!
Kom te weten welke onderdelen verantwoordelijk zijn voor de “Kracht Sluiting” van het SI gewricht die essentieel zijn in het voorkomen en behandelen van lage rugpijn en SI gewricht pijn!
Kracht sluiting door de banden rondom het SI gewricht
Tijdens het naar voren kantelen van het bekken, of wel maken van een holle rug, neemt de spanning op de banden en pezen rond het bekken toe. Wat zorgt voor meer frictie rond de gewrichtsvlakken en functioneel gezien meer stabiliteit van de SI gewrichten.
Het op spanning brengen van de banden en pezen rond het bekken kan dus zorgen voor meer stabiliteit van het bekken. De spanning op de banden en pezen rond het bekken kan op vier verschillende manieren gebeuren:
- Door de hamstring (m. biceps femoris). Door het relatief naar voren kantelen van het bekken met verhoogde spanning in de banden tot gevolg.
- De grote bilspier (m. gluteus maximus) en de dwarse bilspier (m. piriformes)
- De peesplaat van de lage rug / middenrug (fascia thoracolumbale)
- Door het naar voren kantelen van het bekken (nutatie sacrum)
Hoe ontdek je SI gewricht pijn?
Je kan zelf voelen of de banden en pezen van het bekken geïrriteerd zijn door te voelen op de twee botvormige uitsteeksels aan de achterzijde van je bekken of wel SI gewrichten.
Toenemende spanning peesplaat
De peesplaat (fascie thoracolumbale ) van de lage rug speelt een belangrijke rol in het overbrengen van krachten tussen de wervelkolom, het bekken en de benen. Voornamelijk in het draaien van de romp en stabiliseren van de lage rug en SI gewrichten.
Een toegenomen spanning van de peesplaat kan leiden tot meer compressie op het SI gewricht, resulterende in meer kracht sluiting. De spanning in de band kan worden verhoogd op twee manieren;
- Door het aanspannen van de spieren die direct vastzitten aan de band
- Door de spanning van de lange rugspier (m. erector spinae) en kleine lage rugspier (m. multifidi)
Doordat de bilspieren met de romp spieren een verbinding maken blijkt ook dat ze ook betrokken zijn bij onder andere het draaien van de romp. Waardoor aangenomen kan worden dat ook tijdens het draaien van de romp de kracht sluiting en stabiliteit van de SI gewrichten kan toenemen.
Spieren rondom het SI gewricht
Meerdere spieren dragen bij aan de kracht sluiting van de SI gewrichten. Er zijn drie richtingen waarop de energie voor de kracht sluiting gewonnen kan worden.
- In de lengte richting door. Combinatie van de kleine rugspier (m. multifidi), de peesplaat van de onderrug (fascia thoracolumbale) en de banden van het bekken die vastzitten aan de hamstring (m. biceps femoris).
- In achterwaartse richting doordat. De energie voor kracht sluiting verzorgt wordt door de gekoppelde functie van de grote romp spier (m. latissimus dorsi) en de grote bilspier (m. gluteus maximus).
- In voorwaartse richting door: Energie vanuit de schuine en diepe buikspieren mede door het feit dat ze met elkaar verbonden zijn middels pees weefsel. De diepe buikspier (m. transversus abdominus) en kleine rugspier (m. mulitifidi) zijn niet alleen stabilisatoren voor de lage rug maar ook voor het bekken.
Het blijkt dat er een meetbare afname van de activiteit van de buikspieren optreedt bij het kruisen van de benen. Hierdoor neemt de kracht sluiting op de SI gewrichten af en kan het met de benen over elkaar zitten een functionele gewoonte zijn op de druk van het SI gewricht af te halen.
Inefficiente Self Locking Mechanism
Over het algemeen is de vorm en kracht sluiting rond de SI gewrichten een functioneel mechanisme om de gewrichten te stabiliseren. Er kunnen daardoor wel verschillende structuren verantwoordelijk zijn bij een minder efficiënt werkend zelf sluitend mechanisme.
- Kracht sluiting kan veranderen door de spanning in de banden en pezen
- Door vergrote laxiteit of beweeglijkheid in het gewrichtskapsel of banden
- Verminderde spierkracht of spier coördinatie tussen de spieren
Een verminderde spierkracht en coördinatie kan komen uit verschillende spieren;
- Lange rugspier (m. erector spinae)
- De grote bilspier (m. gluteus maximus)
- De schuine buikspieren (m. obliques internus en externus)
- De grote rompspier (m. lattisimus dorsi)
En de daarbij optredende verminderde efficiënte spanning van de banden en pezen kan dit leiden tot een verminderde kracht sluiting. Daarnaast is er een direct verband tussen de motorische controle van de diepe buikspier (m. transversus abdominis) en de kleine rugspier (m. multifidi) bij lage rugklachten.
Ze worden niet alleen geremd in hun werking bij acute lage rugpijn. Ze blijken ook bij langdurige lage rugpijn vaak verminderd in kracht en coördinatie. In combinatie met gedeelte functie voor de kracht sluiting van je SI gewrichten. Kunnen deze spieren ook bijdragen aan een verminderde kracht sluiting.
Bron: A. Pool-Goudzwaard, A. Vleeming, R. Stoeckart, C. Snijders, J. Mens, Insufficient lumbopelvic stability: a clinical, anatomical and biomechanical approach to “a specific” low back pain. Manuel Therapy (1998) 3(1), 12-20